Minister Slob heeft gereageerd op het collectieve plan van de gezamenlijke samenwerkingsverbanden voor het terugdringen van mogelijk bovenmatige reserves: “Het Sectorplan voorziet in een ambitieuze en realistische agenda op hoofdlijnen voor de afbouw van de bovenmatige reserves bij samenwerkingsverbanden”, schrijft de minister. “Daarmee wordt voor nu voldaan aan de maatschappelijke oproep om onderwijsbudgetten niet onnodig op te potten, maar in te zetten voor leerlingen die dat nodig hebben. De komende tijd zal het plan nog aangescherpt moeten worden voor wat betreft de monitoring. Daarover treed ik in overleg met de werkgroep die het Sectorplan heeft opgesteld.” Aldus de minister.
Vervolg
Het is nu aan de individuele samenwerkingsverbanden om, in lijn met het Sectorplan, een eigen plan te maken voor een versnelde afbouw van bovenmatige reserves. Dit plan moet uiterlijk op 7 mei 2021 bij het ministerie zijn ingediend (via het e-mailadres dienstpostbus.povoko@minocw.nl). Het plan moet onder meer vergezeld gaan van een format dat het ministerie op vrijdag 12 maart als bijlage bij de brief verzonden heeft aan alle samenwerkingsverbanden.
Samenwerkingsverbanden die op balansdatum 31-12-2020 geen bovenmatige reserves hebben, hoeven geen plan in te dienen. Wel wordt van ze verwacht dat ze het format invullen.
Nu de minister instemt met het Sectorplan, ziet hij op dit moment af van een generieke korting. Wel geeft hij nog een waarschuwing: “Ik zal niet aarzelen om alsnog over te gaan op een generieke korting als de voortgang op het plan de komende tijd achterblijft of als de kwaliteit van de individuele plannen van samenwerkingsverbanden onvoldoende is voor de neergelegde ambitie. Het is en blijft belangrijk dat geld bestemd voor kwetsbare leerlingen ook terecht komt waar het nodig is.”
Gelukkig spreekt de minister zijn vertrouwen uit dat “gezien de inspanning van afgelopen maanden, u ook deze verantwoordelijkheid zult nemen.”
Vragen en handreiking
Bij de werkgroep komen inmiddels vragen binnen voor advies over specifieke keuzes. Zo kan het voor een samenwerkingsverband met een naar verhouding groot personeelsbestand nodig zijn om een wat grotere reserve aan te houden dan de signaleringswaarde voorschrijft. Het is raadzaam om in dit geval overleg te voeren met de accountant voor de juiste wijze van inrichting en verantwoording van een voorziening of een hogere reserve. Ook met de inspectie, die eerder al brieven stuurde, kan het gesprek worden gevoerd.
Voor het opstellen van het bestedingsplan heeft de werkgroep M23, in opdracht van Netwerk LPO, Sectorraad swv vo, PO-Raad en VO-raad, een HANDREIKING opgesteld. Deze kan je bij het opstellen van het bestedingsplan of kun je als check gebruiken als je al een plan hebt opgesteld. De handreiking tref je aan onder de link.
De gegevens van de 151 formats zullen gebruikt worden voor de eerste monitor: het sectorbeeld van mei 2021. Eind 2021 zal de volgende monitor daarop aangrijpen: is het eerste ijkpunt uit het sectorplan gehaald en wat is daarin de stand van zaken bij de SWV’en?
Vragen kun je stellen aan Theo van Rijzewijk (theo.vanrijzewijk@swvbrabantsewal.nl) of op het besloten ledengedeelte op de website. Hier zijn ook de brief van de minister en het format van het ministerie te vinden.